Campingkaarten slecht voor de branche

Stoer: winterkamperen in een tentje. Komt ook voor...

Er zijn niet zo veel ondernemers die tevredener gaan kijken bij het horen van het woord 'korting'. Doorgaans betekent dat immers minder opbrengst voor hetzelfde werk. Maar, zullen anderen zeggen, het kan ook betekenen: meer klanten, dus dezelfde of zelfs een grotere opbrengst.

Campingkaarten bieden korting buiten het hoogseizoen. Een vaste prijs en een zekere gebiedsbescherming: de camping vlakbij biedt niet ook de mogelijkheid hier met korting te kamperen. Dat is de keuze van de campingeigenaar: veel leegstand buiten het hoogseizoen en dus een geringe opbrengst, of ook buiten het seizoen veel bezette plaatsen, zij het tegen een niet door de campinghouder bepaalde en in feite te lage prijs.

Alleen bedenker werd rijk
In Oostenrijk spreek ik twee campinghouders die gestopt zijn met het aanbieden van goedkope kampeerplekken via een kampeerkaart. Eén van de ondernemers is er heel duidelijk over: "Het is de camping van mijn familie. Daar stellen wij de prijzen vast. Voor de prijzen die wij aan kaarthouders mochten rekenen kunnen wij de camping op dit niveau niet onderhouden. Uiteindelijk is het dus slecht voor de hele branche." Nou ja: "Alleen de bedenker van de kaart is er rijk van geworden. Maar die zal het verder een zorg zijn hoe de toekomst van het kamperen er uit ziet. En dat heb ik hem ook gezegd."

Maar deze campinghouder heeft ook nog andere problemen met de kaart. "Het bezorgde ons een type publiek waarmee wij meer dan gemiddeld problemen ondervinden. Je zou de verhalen van onze receptioniste eens moeten horen." Desgevraagd is hij wel bereid een paar voorbeelden te geven. "Men komt de receptie binnen, legt de kaart op tafel en roept de naam van de organisatie. Verder niets." Ja, dat is allesbehalve vriendelijk inderdaad. "En dan is er de dag van vertrek. In onze gemeente is er toeristenbelasting. Dan is het bedrag per overnachting dus iets hoger dan het kaartbedrag. Wat een discussies en boosheid dat opleverde.... Zo van: ik weiger dat te betalen!"
Ook de tweede campinghouder die ik hierover in Oostenrijk spreek heeft een contract met een kaartorganisatie gehad, gedurende twee jaar. Zijn bezwaren zijn gelijk: voor die prijs kan het gewoon niet en zonder de kaart komt er ook nog eens een aangenamer publiek.

Liever geen Italianen en Engelsen
Beide campinghouders hebben ook zo hun ideeën bij de diverse nationaliteiten die de camping bezoeken. Het aantal Nederlanders daalt de laatste jaren. Oorzaak: de jongere generaties gaan vaker en korter weg. Maar ook: "Bij de huidige generatie met jonge kinderen speelt het weer een overdreven rol. Dus rijdt men liever door naar andere plekken. Kroatië bijvoorbeeld." Maar, voegt hij er wel aan toe: "Dankzij Nederlanders is onze camping geworden zoals deze nu is." Zijn gasten vormen nu een mix van Duitsers, Zwitsers, Oostenrijkers en natuurlijk ook Nederlanders." De andere campingbaas noemt twee nationaliteiten ook nog apart: "Italianen en Engelsen heb ik liever niet. Ze zijn druk, maken veel lawaai op de verkeerde momenten en in het sanitair misdragen ze zich. Er is daar geen campingcultuur zoals wij dat kennen." Als we later door de sanitairruimte lopen staan er duidelijke tekeningen bij wasbakken: hier geen kleding en groenten wassen. "Dat is speciaal voor de Italianen." Nee, deze kampeerondernemer windt er geen doekjes om. Hij heeft zo zijn voorkeuren.